Soms brengt het onverwachte het verborgen verleden aan het licht. In 1963 werd een man in Turkije verrast toen hij bij de sloop van een kelderwand in zijn huis een oude, uitgebreide ondergrondse stad ontdekte. Dit kan dienen als een onbetwistbaar voorbeeld van hoe toevallige gebeurtenissen kunnen leiden tot enkele van de meest verrassende onthullingen. De stad, die de man niet wist dat hij zou ontdekken, stond eens bekend als een mysterieus en uitgestrekt gebied, en het was ook ongeëvenaard in zijn diepte.
De bijzondere vondst deed de man in Nevşehir, een provincie in Cappadocië, Turkije. Terwijl hij bezig was om met een hamer de wand van zijn kelder af te breken, ontdekte hij een tunnel aan de andere kant. Toen hij deze begon te verkennen, ontdekte hij nog vele andere verborgen gangen.
Lees dit bijzonder verhaal snel verder op de volgende pagina…
De aanvankelijke inschatting van de omvang van de verborgen stad was ronduit verbazingwekkend. Het ondergrondse complex had achttien niveaus en was uitgerust met diverse faciliteiten zoals kerken, scholen en stallen. Het bood plek aan zo’n 20.000 inwoners. De stad, die Derinkuyu heette, was gedurende honderden jaren verlaten geweest. Volgens archeologen van het lokale ministerie van Cultuur dateert de oorsprong van de stad waarschijnlijk uit de 8ste of 7de eeuw v.Chr.
Voor de bouw van de stad was voornamelijk tufsteen gebruikt, een zacht vulkanisch gesteente bestaande uit vulkanisch as. Een manuscript uit 370 v.Chr. dat lijkt te verwijzen naar de ondergrondse stad, beschrijft dat de huizen voldoende ruimte boden voor gezinnen evenals opslag van dieren en voedsel. Vermoedelijk was deze keuze voor steen gebaseerd op de mogelijkheid om voedsel op te slaan.
In de Byzantijnse periode, die duurde van 395 n.Chr. tot 1453 n.Chr., ontwikkelde Derinkuyu zich tot een labyrintische wereld bestaande uit talloze tunnels en ruimtes. Dit ondergrondse netwerk had een oppervlakte van 445 vierkante kilometer en omvatte bovendien putten, waterkanalen en verborgen doorgangen. Deze uitgebreide ondergrondse infrastructuur had ronde stenen deuren die van binnenuit konden worden afgesloten en doorgangen die zo smal waren dat ze slechts één persoon tegelijk toeliet. Dit was een strategische zet om mogelijke indringers te verhinderen.
De tunnels en kamers dienden als toevluchtsoord voor de eerste christenen die de Romeinse vervolging ontvluchtten, terwijl moslims er hun toevlucht zochten tijdens de Arabisch-Byzantijnse oorlogen van 780 en 1180. De ondergrondse stad was eeuwenlang een veilige schuilplaats voor velen. De onderscheiden ontdekking wordt tegenwoordig beschouwd als een van de grootste archeologische schatten van Turkije.