Het klinkt misschien drastisch, maar ik heb besloten mijn kleinzoon uit mijn testament te halen. Het was geen makkelijke keuze, maar ik kon het niet meer verdragen. Hij komt bijna nooit op bezoek, laat zelden iets van zich horen, en lijkt alleen gefocust op zijn eigen leven. Begrijpelijk, hij is jong en druk met zijn carrière, maar het doet toch pijn om te zien dat ik geen deel meer uitmaak van zijn leven.
Ik denk nog vaak aan toen hij klein was. Hij was mijn eerste kleinkind, een slimme jongen met een stralende glimlach. Hij kwam vaak langs om samen met mij de eendjes te voeren of een potje kaarten te spelen. Die momenten waren zo waardevol voor me, en ik voelde altijd dat we een speciale band hadden. Maar naarmate hij opgroeide, kwam hij steeds minder vaak langs. In het begin hoopte ik dat het tijdelijk was, dat hij druk was met school en later werk. Maar die fase lijkt nooit te eindigen.
Ik heb vaak geprobeerd ons contact te onderhouden. Ik belde hem, stuurde berichten en nodigde hem uit voor een kop koffie. “Ja opa, ik kom snel langs,” zei hij dan, maar het kwam er nooit van. Uiteindelijk ben ik gestopt met bellen en berichten sturen. Waarom aandringen als hij niets doet om zelf langs te komen? Hij woont niet eens ver weg, een rit van vijftien minuten, maar zelfs dat lijkt te veel.
Toen dacht ik: als hij geen tijd of zin heeft om langs te komen, waarom zou ik mijn erfenis aan hem nalaten? Het klinkt misschien materialistisch, maar ik zie het als een kwestie van geven en nemen.
Herziening van Verbintenis
Er zijn genoeg mensen die wel moeite doen om tijd met me door te brengen. Mensen die langs komen, met me praten, een wandeling maken of simpelweg er voor me zijn. Waarom zou ik hen minder waarderen dan iemand die me al jaren negeert?
Ik ben naar mijn notaris gegaan en heb hem gevraagd mijn testament aan te passen. Mijn kleinzoon is er nu uit. In plaats daarvan laat ik mijn bezittingen na aan mijn andere kleinkinderen en vrienden die wel voor me klaarstaan. De notaris leek verrast, maar voerde mijn verzoek zonder vragen uit. Het voelde als een opluchting, alsof ik eindelijk een last van me af had geworpen.
Ik vraag me af hoe mijn kleinzoon zal reageren als hij het nieuws hoort. Misschien voelt hij zich gekwetst of vindt hij het onterecht. Maar begrijpt hij dan hoe zijn jarenlange afwezigheid en stilte voor mij waren? Zal hij zien dat het niet om het geld gaat, maar om het gevoel van er niet toe doen in zijn leven?
Het is niet mijn bedoeling om iemand te straffen met deze keuze. Maar ik wil ook geen schijn ophouden dat alles goed is, wanneer dat niet het geval is. Misschien ziet hij deze stap als een wake-upcall, als een kans om zijn prioriteiten in het leven te herzien. En misschien ook niet. Ik hoop dat hij op een dag beseft wat hij heeft verloren, niet alleen in materiële zin, maar vooral in de betekenis van familie en samenzijn.
Soms denk ik terug aan de momenten in het park, toen we samen op het bankje zaten en hij enthousiast over zijn toekomst praatte. Ik mis die tijd, dat wil ik niet ontkennen. Maar ik kan niet in het verleden blijven hangen en wil mijn laatste jaren niet met teleurstelling doorbrengen. Dus heb ik gehandeld naar wat ik dacht dat goed was, zelfs als anderen dat misschien anders zien.
Dit is mijn leven, en dit is mijn keuze. En ik geloof dat ik het recht heb om zo’n beslissing te nemen.