Jan is 72 jaar oud en woont alleen in zijn kleine appartement in een buitenwijk van de stad. Sinds hij met pensioen is, vult hij zijn dagen met het verzamelen van postzegels, een hobby die hem al decennia lang vreugde brengt. Op het eerste gezicht lijkt Jan een gewone oudere man met een rustige levensstijl, maar achter zijn glimlach schuilt frustratie en boosheid over iets dat hem diep raakt: de torenhoge energiekosten die hem dwingen in de kou te zitten.
Naast Jan staat een klein elektrisch kacheltje, ooit zijn trouwe metgezel tijdens koude dagen en nachten. Tegenwoordig blijft dat kacheltje echter werkloos; het is simpelweg onbetaalbaar geworden om het aan te zetten. “Vroeger zette ik hem gewoon aan wanneer ik het koud kreeg,” zegt Jan, terwijl hij met trillende handen zijn postzegelverzameling bekijkt. “Maar nu? Nu moet ik een extra trui aantrekken en hopen dat het genoeg is.” Dit is geen luxeprobleem, maar een schrijnende realiteit voor velen in Europa die de gevolgen van de gestegen energieprijzen dagelijks voelen.
De oorzaak van Jans probleem is voor hem glashelder: sinds de spanningen met Rusland zijn opgelopen, is gas een peperdure luxe geworden. De boycot van Russisch gas, ingevoerd als reactie op de geopolitieke situatie, heeft de Europese energiemarkt volledig op zijn kop gezet. Jan begrijpt de politiek achter deze beslissing wel, maar hij vindt het absurd dat gewone burgers zoals hijzelf de grootste klappen moeten opvangen. “Het lijkt wel alsof de politiek bezig is met een prestigeproject,” zucht hij. “Wij betalen de prijs voor hun principes.”
Volgens Jan is de oplossing simpel: Europa moet weer Russisch gas kopen, net zoals vroeger. “Al dat gedoe met sancties, wat heeft het ons opgeleverd? Niks anders dan hogere rekeningen en koude huiskamers,” briest hij. Hij voelt zich machteloos tegenover beslissingen die ver boven zijn hoofd worden genomen, maar waarvan de gevolgen rechtstreeks zijn leven beïnvloeden. Voor Jan draait het allemaal om overleven, niet om politiek correct zijn. “Ik heb gewerkt, mijn leven lang,” zegt hij met een mix van trots en teleurstelling. “En nu mag ik niet eens meer een beetje warmte hebben? Waar is de logica in dat beleid?”
Critici van Jans standpunt zullen zeggen dat Europa niet zomaar kan terugvallen op het oude beleid en gas blijven kopen van een land dat zich schuldig maakt aan agressie. Maar Jan ziet dat anders: “Het is geen kwestie van kiezen tussen goed en fout, het is een kwestie van gezond verstand. Als je mensen in de kou laat zitten, dan faal je als overheid.” Hij vindt dat morele idealen mooi klinken in parlementaire debatten, maar niets waard zijn als ze leiden tot een daling van de levensstandaard van de gemiddelde burger.
Jan staat niet alleen in zijn mening. Steeds meer mensen stellen vragen bij de houdbaarheid van de huidige koers. Hoe lang kan Europa doorgaan met deze dure boycot? Hoeveel Jannen moeten er nog in de kou zitten voordat men bereid is de realiteit onder ogen te zien? Is het ethisch verantwoord om burgers op te laten draaien voor geopolitieke spelletjes? Jan vindt van niet. “Als ze echt om ons zouden geven, zouden ze eerst zorgen dat wij het warm hebben. Dan mogen ze daarna over principes praten,” zegt hij fel.
Ondertussen blijft Jan zich warm houden met dekens en dikke truien, terwijl hij blijft hopen op betere tijden. Maar hoop alleen verwarmt geen koude handen. Hij droomt van de dag dat hij zijn elektrische kacheltje weer zorgeloos aan kan zetten, net zoals vroeger. De vraag blijft: wie heeft er gelijk? Jan, die de focus wil verleggen naar de directe noden van de burger, of de politici die vasthouden aan een principiële houding tegenover Rusland?
Wat vindt u, de lezer? Moet Europa toegeven en weer Russisch gas kopen, zodat mensen zoals Jan het warm kunnen hebben? Of is de prijs van principes iets wat we met zijn allen moeten dragen, ongeacht de kou in onze huizen? Het debat is nog lang niet voorbij, maar één ding is zeker: Jan verdient meer dan alleen een koude winter.