Veel mensen zien hun tuin als een plek om tot rust te komen, een stukje persoonlijke natuur waar ze met genoegen voor hun planten en bloemen zorgen. Voor Gerard, die 67 jaar oud is, is die rust echter vaak ver te zoeken. Zijn buren laten hun katten vrij rondlopen, en die hebben zijn tuin blijkbaar uitgekozen als hun eigen kattenbak.
Elke keer dat hij naar buiten gaat om van zijn tuin te genieten, wordt hij geconfronteerd met de onplezierige geur en de sporen van de katten die zijn bloembedden en gazon als toilet hebben gebruikt. Het begon allemaal toen Gerard een kat van de buren in zijn tuin zag rondsluipen. “Aanvankelijk vond ik het nog wel leuk,” aldus Gerard. “Ik dacht: een beetje leven in de tuin is ook wel gezellig.” Maar het bleef niet bij dat ene bezoek. Het leek erop dat de katten zijn zorgvuldig onderhouden tuin als hun eigen territorium beschouwden.
Gerard ontdekte steeds vaker hoopjes kattenpoep tussen zijn bloemen en in het gras, wat zijn liefde voor dieren behoorlijk op de proef begon te stellen. Op een dag, na weer zo’n vieze vondst, besloot hij de buren aan te spreken. Hij legde op een vriendelijke manier uit dat hun katten bij hem in de tuin kwamen poepen en vroeg of ze konden proberen om hun huisdieren wat meer in de gaten te houden. Tot zijn teleurstelling was hun reactie weinig begripvol.
“Katten doen wat ze willen,” luidde hun antwoord. “Dat is nu eenmaal hun aard.” Gerard stond perplex. Natuurlijk begrijpt hij dat katten hun instinct volgen, maar moet zijn tuin daaronder lijden?
Het probleem beperkt zich niet alleen tot de geur en het opruimen ervan, maar ook de schade aan zijn tuin is voor hem een doorn in het oog. Hij heeft al meerdere keren nieuwe planten moeten aanschaffen omdat deze door de katten waren omgewoeld. Zijn grasveld is inmiddels bezaaid met plekken waar de katten graven, wat het netjes houden steeds moeilijker maakt. Gerard heeft zelfs overwogen speciale afschrikmiddelen te plaatsen, maar hij voelt zich er niet goed bij dat het kennelijk nodig is dergelijke maatregelen te nemen om zijn eigen tuin te beschermen tegen de huisdieren van iemand anders.
Op zoek naar een oplossing
Gerard voelt zich steeds meer gefrustreerd. Hij heeft veel tijd en energie in zijn tuin gestoken, en hij geniet ervan om een mooi aangelegde buitenruimte te creëren. Maar de katten halen voor hem veel plezier uit het tuinieren weg. Telkens wanneer hij een nieuwe plant in de grond zet, vraagt hij zich af hoe lang die zal overleven voordat de katten weer langskomen.
Nu denkt hij na over manieren om dit probleem op te lossen zonder de relatie met zijn buren verder te schaden. Misschien moet hij opnieuw in gesprek gaan met de buren en hen uitleggen hoe groot de ergernis inmiddels is. Hij overweegt zelfs om een buurtbijeenkomst te organiseren om te bespreken hoe huisdiereigenaren rekening kunnen houden met elkaars tuinen. Toch realiseert hij zich dat er geen gemakkelijke oplossing is en worstelt hij met het idee dat zijn tuin niet meer helemaal van hem voelt.
Voorlopig hoopt Gerard dat zijn buren zullen inzien hoe vervelend de situatie voor hem is. Hij zoekt geen ruzie en begrijpt dat katten hun eigenzinnige natuur hebben, maar hij vindt ook dat zijn tuin een plek moet zijn waar hij zonder vieze verrassingen kan ontspannen en van zijn tuinieren kan genieten.
Wat vind jij? Heeft Gerard het recht om zijn buren hierop aan te spreken, of hoort dit erbij als er katten in de omgeving wonen? En heb jij tips om katten uit de tuin te houden? Laat hieronder je reactie achter en deel je ideeën! Gerard kan elk advies goed gebruiken.